Le Nôtre, aangesteld door koning Lodewijk XIV, zag de tuinen als een verlengstuk van het paleis zelf. Hij gebruikte een symmetrische lay-out met centrale assen die naar buiten uitstralen, waardoor perspectief en grootsheid worden benadrukt. De tuinen werden zo ontworpen dat ze vanuit de ramen van het paleis bekeken konden worden, wat een gevoel van orde en controle over de natuur gaf.